deze die dat dit, Nederlands taaladvies, de taaltrainer

Deze, die, dit of dat?

Wanneer gebruik je deze, die, dit of dat? Welke je gebruikt hangt af van verschillende factoren, zoals:

  • verwijs je naar een de-woord of het-woord?
  • verwijs je naar iets wat dichtbij of ver weg is?

De-woorden: deze en die

Bij de-woorden kun je de aanwijzende voornaamwoorden deze en die gebruiken. Hieronder geven we een aantal voorbeelden:

  • De training = deze training of die training.
  • De lesstof = deze lesstof of die lesstof.
  • De cursisten = deze cursisten of die cursisten.

Ezelsbruggetje: de, deze en die eindigen allemaal met dezelfde letter, namelijk de ‘e’.

Het-woorden: dit en dat

Bij het-woorden kun je de aanwijzende voornaamwoorden dit en dat gebruiken. Hieronder geven we je drie voorbeelden:

  • Het lesplan = dit lesplan of dat lesplan.
  • Het online platform Bloomwise = dit online platform Bloomwise of dat online platform Bloomwise.
  • Het taalniveau = dit taalniveau of dat taalniveau.

Ezelsbruggetje: het, dat en dit eindigen allemaal met de letter ‘t’.

Dichtbij en ver weg

Wanneer je naar iets verwijst wat dichtbij is, dan gebruik je deze en dit. Bij iets wat ver of verder weg is, gebruik je die en dat. In de voorbeelden hieronder worden de contrasten duidelijk:

  • Deze lesstof snap ik helemaal, maar dat hoofdstuk nog niet.
  • Dit boek staat vol met handige tips, maar die artikelen zijn moeilijker te volgen.

Cursus Zakelijk Nederlands

Blijf je dit soort taalkwesties lastig vinden? Bekijk dan eens onze trainingen Zakelijk Nederlands. Wellicht dat je daar een training vindt die aansluit bij jouw leerdoelen en leerwensen in de Nederlandse taalvaardigheid. Wil je liever overleggen of heb je vragen over een training? Neem dan gerust contact met ons op via ons telefoonnummer 033 – 465 04 20 of via info@detaaltrainer.nl.