á of à, Nederlands taaladvies, de taaltrainer (2)

Au of ou?

Wanneer schrijf je au en wanneer ou? Is het bijvoorbeeld auto of outo? Zaut of zout? Kaud of koud? Veel woorden zal je vast zo weten, omdat je dat zo geleerd hebt. Maar is er een algemene regel die bepaalt wanneer je welke spelling schrijft?

Er zijn helaas geen duidelijke regels voor het gebruik van deze spelling. Ook aan de klank kun je niet horen welke je moet gebruiken.

Over het algemeen komt ou het meest voor in het Nederlands, dus als je moet gokken, dan heb je met deze het meeste kans van slagen. Maar staat deze klank aan het begin van een woord? Dan is het vaak met de au.

Lastig he?

Daarom hebben we een paar ezelsbruggetjes die je misschien kunnen helpen.

T-klank = ou

Woorden met een t-klank achter de au/ou-klank hebben vaak de ou-spelling:

  • Fout
  • Oud
  • Koud
  • Stout
  • Bout

Andere medeklinker = au

Bij woorden waarbij er een medeklinker na de au/ou-klank komt (behalve de t en d!), schrijf je een a:

  • Saucijs
  • Augurk
  • Saus
  • Pauze
  • Wenkbrauw

Cursus Zakelijk Nederlands

Blijf je dit soort taalkwesties lastig vinden? Bekijk dan eens onze trainingen Zakelijk Nederlands. Wellicht dat je daar een training vindt die aansluit bij jouw leerdoelen en leerwensen in de Nederlandse taalvaardigheid. Wil je liever overleggen of heb je vragen over een training? Neem dan gerust contact met ons op via ons telefoonnummer 033 – 465 04 20 of via info@detaaltrainer.nl.