Taalontmoeting #2 Het lichaam aan het woord
We hebben gedanst. Omdat het regende. In Galicië regent het vaak. En als het regent, wordt er gedanst. Nu wij hier drie weken zijn, dansen we mee.
Op camping San Pedro in de baai van A Coruña krijgen we les. In Spaanse lichaamstaal. De mensen praten met gebaren. Handen wapperen, ogen prikken, draaien en knijpen, lippen en tongen rollen, schouders schudden en alles krijgt een krakend, klakkend, smakkend geluid. De Gallegos brengen de taal voor ons tot leven.
El Jefe de todo
De camping wordt gerund door de chef ‘el jefe de todo’ – een Argentijn met een fijne kraakstem.
We hebben veel buren.
Miguel praat graag Duits met ons, hij heeft vijf jaar gehandbald in Würzburg.
Palomari loopt met een buik vol sardientjes over de camping.
Sexy Olga lijkt op Tina Turner in bikini: kort stekelhaar, gespierde bruine benen en altijd gepassioneerd.
De ondeugende conciërge heeft het gezicht en de buik als van een wollige ijsbeer.
Aan de bar staat Brandan. De oudere vrouwen noemen hem chulissimo (heel knap) en hun ogen draaien van plezier.
En Mariola. Tijdens het dansen kijkt ze me aan. Zo doen we dat: als het regent, dansen we en als de zon gaat schijnen, gaan we naar het strand: bailar – playa – bailar – playa.
Het strand is vlakbij. Elk moment is het anders: schelpen in de vorm van orejas (oren), zeewier met een mond vol mossels, rotsen die tevoorschijn zijn gebeukt door woeste golven.
Net zoals de mensen eenzelfde gezicht in steeds andere vormen. De ogen van el jefe zijn ‘s morgens dichtgeknepen tot spleetjes, een shaggie tussen zijn lippen. Even later gaat één oog open en zo tegen de middag steekt hij zijn kronkelende tong uit. Zijn bruin-witte tanden dwarrelen er als schelpjes tussendoor.
Drie steentjes
De conciërge komt de camping oprijden. Als hij ons ziet, steekt hij zijn wapperende handen in de lucht.
Hij speelt graag spelletjes met ons. We krijgen drie steentjes, hij ook. Hij doet zijn handen achter zijn rug, wij ook… en nu? Nee, hij klakt met zijn tong en draait een rondje: we hebben het nu al niet begrepen.
Joder! zeg ik als hij ons besodemietert.
Nonono, joder es a la noche, hij stoot zijn lichaam een paar keer voren: A la noche, a la noche!
Je zegt Me jodiste: je hebt me genaaid.
Hij verankert de uitdrukking voor mij waar ik bij sta.
Ik knijp mijn ogen dicht en kronkel met mijn tong – onderwerp afgerond.
A la tarde komt Olga aandwarrelen. Ze vertelt over het sardientjesfeest San Xoan op 23 juni. Oh, ze likt haar handen af, smakt met haar lippen en wiegt met haar heupen. Sardientjes en bailar, lange tafels vol met bier en wijn en los jovenes maken fuego op het strand. Ze heeft ons verleid: we blijven nog un otro ratito (nog een tijdje).
Als chulo Brandan ons twee cervezas met empanada brengt, zegt hij: Para vosotros, lo mejor.Â
Bueno, jullie blijven. Overal in Galicië is het feest, maar deze groep is lo mejor.
Het is vandaag 23 juni. We zijn gebleven. Palomari bakt vanavond sardientjes en Mariola danst met ons.Â