6 instinkers in het Engels, de Taaltrainer, Nederlands taaladvies

6 instinkers in het Engels

2606x bekeken

Nederlanders denken vaak dat hun Engels goed genoeg is. We leren het tenslotte van jongs af aan op school, we kijken Engelse films en series, luisteren Engelse podcasts, lezen Engelse blogs, kranten, websites en boeken. Dan moet ons Engels toch wel goed zijn?! Of toch niet? Ondanks dat we overal Engels tegenkomen, maken we nog best veel fouten die de communicatie kunnen bemoeilijken.

Hieronder benoemen we 6 voorbeelden waaruit blijkt dat correct Engels lastiger is dan het lijkt:

1. Didn’t + hele werkwoord

Als je meer werkwoorden gebruikt, dan betekent dat niet automatisch dat ze in dezelfde tijd komen te staan. Heb je bijvoorbeeld didn’t (afkorting voor did not) in een zin staan, dan komt daarachter altijd het hele werkwoord (zonder ‘to’). Didn’t geeft al aan dat het in de verleden tijd is gebeurd, dus daarom staat het werkwoord daarachter altijd in tegenwoordige tijd. Naast didn’t, geldt deze regel ook bij hulpwerkwoorden zoals couldn’t en wouldn’t.

Voorbeelden

❌ I didn’t brought my book.
✔️ I didn’t bring my book.

❌ We didn’t started the course last week.
✔️ We didn’t start the course last week.

❌ I didn’t did my homework yesterday.
✔️ I didn’t do my homework yesterday.

❌ Roy couldn’t called his mother.
✔️ Roy couldn’t call his mother.

2. Than/then

Deze twee worden vaak door elkaar gehaald. Bij het spreken hoor je dit verschil amper. Maar in je mail wil je wel de juiste spelling gebruiken, anders kan je zin een hele andere betekenis krijgen!

Than

De Nederlandse vertaling van than is ‘dan’. Je gebruikt than alleen als je iets wilt vergelijken, zoals:
✔️ She is faster than her colleague.
✔️ My cat is older than yours.
✔️ The trainer arrived earlier than her students.

Then

Then betekent ‘toen’ of ‘daarna’. Deze spelling gebruik je dus in alle andere gevallen:
✔️ First we will go to the zoo, then to the restaurant.
✔️ She said: ‘’I’ll see you then!’’
✔️ Back then, I was living in Amsterdam.

3. False friends of foute vrienden

False friends zijn woorden die erg op elkaar lijken, maar een andere betekenis hebben. Voor de hand liggende instinkers dus!

Voorbeelden

Nederlands: controleren
❌ to control
✔️ to check

Nederlands: ik moet mijn agenda checken
❌ I must check my agenda
✔️ I must check my diary/ schedule/ calendar

Nederlands: concept
❌ concept (=idee in het Engels)
✔️ draft

Nederlands: mijn functie
❌ my function
✔️ my job

4. Your, you’re, its, it’s

Hier hebben we ook vaak moeite mee. Wanneer gebruik je een komma en wanneer plak je de ‘r’ of de ‘s’ eraan vast?

Your/ its

Your is net zoals its een bezittelijk voornaamwoord en beiden worden dus gebruikt om iemands bezit aan te geven:
✔️ This is your book.
✔️ Your car is parked here.
✔️ The cat ran into its house.
✔️ The tree is losing its leaves.

You’re/ it’s

You’re is een afkorting van ‘you are’ (jij bent/ jullie zijn). It’s is ook een afkorting, namelijk van ‘it has’ (het heeft) of it is (het is).
✔️ You’re (of you are) late for our meeting.
✔️ If you’re (of you are) happy and you know it, clap your hands.
✔️ It’s (it has) been 10 minutes since he called.
✔️ I think it’s (it is) a really good course!

5. Woordvolgorde

We zijn vaak geneigd om de Nederlandse woordvolgorde mee te nemen naar onze Engelse zinnen. Een andere Nederlander zal dit misschien niet horen, maar wanneer je met een ‘native’ praat of mailt, dan zal diegene toch in verwarring zijn.

Zo zetten de Engelsen de plaatsbepaling vóór de tijdsbepaling in een zin:
✔️ The course finished in Amterdam last week.
✔️ I spoke with a student on the phone an hour ago.

Twijfel je? Deze tabel kan je helpen bij het maken van een Engelse zin:

WieDoetWat/wieWaarWanneer
The coursefinished in Amsterdamlast week
Ispokewith a studenton the phonean hour ago

6. If/when

Net als bij than/then kan de betekenis van je zin erg verschillend zijn bij het gebruik van if/when. If betekent dat er een mogelijkheid is, maar dat er nog niks zeker is. Daarentegen betekent when dat het al zeker is dat er iets gaat gebeuren, maar dat je het exacte moment nog niet weet.

Bij sommige zinnen passen beiden, maar heeft de zin een heel andere betekenis:
✔️ I will let you know if we sign the contract.
✔️ I will let you know when we sign the contract.

Bij sommige zinnen is er eigenlijk maar één mogelijkheid:
✔️ My mother will buy me a scooter when I’m sixteen.
✔️ When I get up in the morning, I usually drink a cup of tea.
✔️ If it snows tomorrow, we won’t go to the lesson.

Training zakelijk Engels

Herken je je in deze instinkers en zou je graag jouw Engels willen verbeteren? Leuk! We helpen je graag. Je vindt hier meer informatie over onze trainingen Zakelijk Engels. Weet je nog niet precies wat je zoekt? Doe hieronder de test en kom erachter.

Velden met * zijn verplicht